
Locaalspoor- en Tramwegwet
Artikel 9
1
Overtreding van de bepalingen van:
artikel 5,
de in artikel 5 toepasselijk verklaarde wetsartikelen, voor zooveel deze overtreding betrekking heeft op tramwegen, daaronder begrepen niet-naleving van artikel 35, tweede lid, der in artikel 4 aangehaalde wet door de bij artikel 63, tweede lid, dier wet deswege aansprakelijk gestelden,
de in de artikelen 4, 4a, 5 en 6 bedoelde algemeene maatregelen van bestuur,
wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie
2
De beambten en bedienden zijn niet strafbaar zoo hunne overtreding een gevolg is van den last, door de bestuurders van den spoorwegdienst gegeven.
3
Die beambten en bedienden kunnen de reizigers, die zich aan overtreding der bepalingen van den in de artikelen 4, 4a en 5 bedoelden algemeenen maatregel van bestuur schuldig maken, uit de rijtuigen weren of verwijderen.
4
Overtreding van artikel 3 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
5
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van het in artikel 3 neergelegde verbod, alsmede ter handhaving van de in de artikelen 4, 4a, 5 en 6 bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
6
Ten aanzien van beschadiging van waterstaatswerken, in beheer of onderhoud bij ondernemers van locaal-, stadsspoor- of tramwegdiensten, voor welke schippers, reeders, eigenaars of gebruikers van vaartuigen of vlotten volgens de wet aansprakelijk zijn, vindt • 6a der Waterstaatswet 1900 overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.